Bedreigingen van koraalriffen
Schade door stormen, tsunami's, cyclonen en orkanen
Cycloon Percy boven de zuidelijk Stille Oceaan op 1 maart, 2005.
Bron:
NASA/GSFC/MODIS Rapid Response Team, Jacques Descloitres.
Extra informatie over de cycloon Percy ↓ ↑
Op 1 maart 2005 zette cycloon Percy zijn vernielingstocht verder over de Stille Oceaan nadat hij vernieling had gezaaid op de
Cookeilanden met zijn windstoten tot 260 km/u. Deze MODIS afbeelding gemaakt door de Aquasatelliet van NASA, toont duidelijk het oog van de cycloon.
Op het moment dat dit beeld gemaakt werd, had Percy net Pukapuku en Nassau tot brokstukken gereduceerd.
Volgens de nieuwsberichten hadden alle gebouwen in Nassau schade geleden en waren er in Pukapuku amper 10 gebouwen die nog recht stonden.
De storm kende winden tot 216 km/u met windstoten tot 260 km/u, waardoor het een klasse 4 storm werd op de
Saffir-Simspon schaal. De storm begon af te zwakken wanneer hij verder zuidwaarts trok naar de meer zuidelijke Cookeilanden en Rarotonga.
Percy was de vierde storm om de Cookeilanden aan te doen in vier weken.
Heel veel schade wordt toegebracht door stormen, tsunami's, cyclonen en orkanen. Deze fenomenen beïnvloeden de aangroei van koraalriffen op verschillende manieren:
- Directe schade door stormen is meestal beperkt tot minder dan 20 m diepte. Indirecte schade wordt echter wel aangebracht op grotere dieptes door vallende
blokken van koralen langsheen de steile hellingen.
- Stortregens kunnen het zoutgehalte in het zeewater wijzigen, waardoor de koralen onder stress komen te staan.
- Hevige regenval op het vasteland kan ervoor zorgen dat veel meer sedimenten afspoelen, waardoor het zeewater vuiler wordt. Dit heeft een direct effect op de lichtdoorlaatbaarheid van het zeewater.