Supplement 2.2: De stralingswet van Planck    (2/2)

Energie van golven

Volgens de Wet van Gelijk Verdeling van Energie in de thermodynamica wordt de gemiddelde kinetische temperatuur van een atoom of een ander microdeeltje uitsluitend bepaald door de absolute temperatuur T en gegeven door kT, waarbij k=1,38 10 23 J/K de constante van Boltzmann is (het is nu niet van belang dat dit een vereenvoudigde weergave is).

Deze uitdrukking komt ook overeen met de gemiddelde energie van een golf in een holte. De gemiddelde waarde van de totale energie van alle golven in een frequentie-interval df kan worden verkregen door de gemiddelde energie van de afzonderlijke golven te vermenigvuldigen met dN, het totale aantal golven in dat frequentie-interval:

kTdN=8π f 2 c 3 VkTdf

Als we de totale energie relateren aan het volume, krijgen we de energiedichtheid van de golven binnen het frequentieinterval df:

dU= u f df= kT V dN=8π f 2 c 3 kTdf

De vergelijking van de spectrale energiedichtheid

u f =8π f 2 c 3 kT

is de stralingswet van Rayleigh-Jeans. Deze wet is in 1900 afgeleid door Lord Rayleigh en Sir James Hopwood Jeans, binnen een nauw tijdsbestek na de stralingswet van Planck. De wet beschrijft de straling van zwarte lichamen bij lage frequenties, korter dan het maximum van het stralingsspectrum (of: bij lange golflengten, langer dan het maximum) vrij betrouwbaar. De vergelijking heeft echter geen maximum. In plaats daarvan nemen de waarden kwadratisch toe naar hogere frequenties (of: lagere golflengten), wat de 'ultravioletcatastrofe' van deze wet wordt genoemd.

Max Planck koos daarentegen een andere formulering dan kT om de energie van de golven te benaderen. Hij beschouwde de oscillerende atomen aan het oppervlak van de holte en stelde hun kinetische energie gelijk aan

E n =nhf ,

met n=0,1,2,3,.... Het kwantumnummer n van de atomaire oscillatoren komt overeen met het modusnummer van de elektromagnetische golven. In feite stelde Planck de energie van een oscillator gelijk aan de energie van de golf die eraan gekoppeld is. Dit vertegenwoordigt een kwantisering van de straling, waardoor het fotonmodel zich ontwikkelde.

Klassieke oscillatoren
Kwantummechanische oscillatoren

De kans pn dat een oscillator zich in toestand n bevindt met de energie E n =nhf wordt de bezettingskans van de toestand genoemd en wordt beschreven door de Boltzmann-verdeling:

p n = 1 Z exp( nhf kT )

De waarschijnlijkheid van bezetting neemt exponentieel af met een toename in energie. Temperatuur speelt in dit geval ook een belangrijke rol: hoge energietoestanden zijn waarschijnlijker bezet bij hogere temperaturen.

 

De grootheid Z in de noemer van de bezettingskans is de zogenaamde toestandsom:

Z= n=0 exp( nhf kT )

De som van de toestand is te beschrijven als een meetkundige reeks. Het resultaat is:

Z= 1 1exp( hf / kT )
Bewijs

Z beperkt de bezettingskansen zodanig dat de som over alle energiewaarden gelijk is aan 1 (of: 100%):

n=0 p n =1

De thermische gemiddelde waarde van het kwantumnummer n van de holtestraling is:

n = n=0 n p n = 1 Z n=0 nexp( nhf / kT )

Voor een betere leesbaarheid stellen we hf / kT =α , in, zodat de somuitdrukking wordt:

n=0 nexp( nα ) = d dα n=0 exp( nα )

Een conversie naar de afleiding met betrekking tot α vereenvoudigt de berekening aanzienlijk, omdat de som aan het begin al aan de rechterkant is berekend. Hieruit volgt:

d dα n=0 exp( nα ) = d dα ( 1 1exp( α ) )= exp( α ) ( 1exp( α ) ) 2

Toepassing op de vergelijking voor n geeft het resultaat voor Z:

n = exp( hf / kT ) 1exp( hf / kT ) = 1 exp( hf / kT )1

De gemiddelde thermische energie van de holtestraling is dan:

E = n hf= hf exp( hf / kT )1

Deze uitdrukking vervangt de gemiddelde kinetische energie kT die aan het begin van deze pagina werd genoemd. Als we dit beschouwen voor de vergelijking van de spectrale energiedichtheid, krijgen we de stralingsvergelijking van Planck:

u f = 8π f 2 c 3 hf exp( hf / kT )1
Overgang naar klassieke fysica