Teledetectie van sites behorend tot het cultureel erfgoed
De Chinese Muur (2/2)
De bijdrage van teledetectie
In 2006 startten de Nationale Administratie voor Cultureel Erfgoed en het Nationaal Bureau voor Landmeetkunde en Cartografie samen het Project voor de Bescherming van de Chinese Muur.
Met dit project beoogt men de Grote Muur in zijn geheel op te meten, en nauwgezet onderzoek te verrichten naar de relatieve overblijfselen en sites ervan en hulpbronnen om referenties aan te leveren voor de bescherming van de Grote Muur. Voor het onderzoek worden landmeetkundige technieken toegepast zoals infrarood afstandsmeters en GPS-toestellen, teledetectietechnologie, geografisch informatiesysteem en een global positioning system (mondiaal plaatsbepalingssysteem).
In april 2009, toen fase I op haar einde liep, maakten experten bekend dat nieuwe delen van de muur waren ontdekt die zich uitstrekt van Hu Mountain in de noordelijke provincie Liaoning tot Jiayu Pass in de westelijke provincie Gansu. Men kwam tot de vaststelling dat de nieuwe lengte van de Grote Muur uit de Ming-dynastie 8.851,8 km was.
Het gezamenlijke project zal worden voortgezet tot 2010 om delen van de muur in kaart te brengen die werden gebouwd gedurende de Qin- (221 v.C.-206 v.C.) en Han- (206 v.C.-9 A.D.) dynastieën.
Het Project voor de Bescherming van de Chinese Muur heeft ook aangetoond dat deze werelderfgoedsite onder grote bedreiging staat, vooral omwille van de klimaatverandering en de massale bouw van infrastructuurwerken, spoorwegen of autosnelwegen in het land.
Het westelijke gedeelte van de muur, dat voornamelijk in de woestijn is gelegen, was typisch met zand en modder gebouwd, waardoor het kwestbaar is voor extreme weersinvloeden zoals windstormen, die toenemen als gevolg van de klimaatverandering. De erosie van de muur is het duidelijkst in de Ning Xia regio.