Teledetectie van sites behorend tot het natuurlijk erfgoed
Iguazu National Park (1/2)
De halfcirkelvormige waterval in het hart van deze site is ongeveer 80 m hoog en heeft een diameter van 2.700 m en is gelegen op een basaltachtige lijn die de grens overspant tussen Argentinië en Brazilië. Het bestaat uit vele kleine watervallen die enorme hoeveelheden opstuivend water produceren en is een van 's werelds meest spectaculaire watervallen. Het omringende subtropische regenwoud omvat meer dan 2.000 soorten vaatplanten en vormt de habitat voor de typische fauna van dit gebied: tapirs, reuzenmiereneters, brulapen, pardelkatten, jaguars en kaaimannen.
Flora
De voornaamste eigenschap van de flora in Iguazu is het feit dat er verscheidene lagen van bestaan, bovenop elkaar, van de bodem van het woud tot aan de kruin van de hoogste bomen. Niet alleen raken de boomkruinen elkaar, maar er hangen ook meer planten aan hun takken, zodat het op sommige plaatsen onmogelijk is om het blauw van de lucht te zien. Een van de meer typische soorten in Iguazu is de "Palo Rosa" (roze stok) die meer dan 40 meter hoog groeit. Aangezien deze boom bedreigd wordt omdat hij in aantal afneemt, werd hij uitgeroepen tot Nationaal Monument.
Er is ook nog de palmboom, die in groepen groeit. De binnenste stam van deze plant is eetbaar en smaakt erg goed, maar door de extractie sterft de boom, waardoor de soort met uitsterven bedreigd wordt.
Satellieten kunnen waarnemen waar deze bomen zich bevinden en of ze in aantal toenemen of jammer genoeg soms afnemen.
Andere veel voorkomende planten zijn orchideeën, en de ceibo, een boom waarvan de rode bloesems de nationale bloem van Argentinië zijn.
Fauna
Veel zoogdieren leven enkel in welbepaalde gebieden van het regenwoud: het zijn boombewoners en ze leven in gemeenschap. Een van de interessantere aanpassingen van de boombewoners is een staart die kan grijpen, waardoor het als vijfde hand fungeert. Met een beetje geluk zie je apen die zich met zulke elegantie door de bomen voortbewegen dat ze lijken te dansen. Andere dieren die deze eigenschap bezitten zijn de honingbeer, wezels, buidelratten, en het greepstaartstekelvarken, een knaagdier bedekt met stekels.
De coati's (soort neusbeer) met hun geringde staarten worden vaak gezien door parkbezoekers die over de paden wandelen. Ze bewegen zich voort en rusten steeds in groep, behagen scheppend in hun jongen en met hen spelend.
De katachtigen, lenige, stille, en sluwe jagers vormen een ander wonder van het park. De belangrijkste is de jaguar, die in 2001 tot Nationaal Natuurlijk Monument werd verklaard. Ze jagen op veel verscheidene prooien, inclusief grote zoogdieren. Andere katachtigen om voor uit te kijken zijn de kleinere maar evengoed dodelijke poema, de ocelot (pardelkat) en de wezelkat (jaguarundi).
De vlinders zijn enorm, met schitterende kleuren en vreemde vormen.
Er zijn meer dan 400 soorten vogels, met o.a. vele soorten papegaaien en toekans. Maar de meest voorkomende worden de gierzwaluwen
van de waterval ("vencejos de cascada") genoemd, die hun nest bouwen in de rotsen achter de watervallen.
Wanneer je naar de vissen kijkt, bedenk dan dat de watervallen een natuurlijke grens hebben gebouwd tussen de hoger en de lager
gelegen rivieren, waardoor de vissen zich afzonderlijk kunnen ontwikkelen.
In de benedenrivier vindt men de Surubí, de Pacú, de meivis en de bekende piranha, terwijl in de bovenrivier
Chanchita's, Tararira's, Dientudo's en Moncholo's voorkomen.