Inhoud:
Het werkblad behandelt wereldwijde veranderingen in landgebruik. Vergelijk het landdek in 2000 met de potentiële vegetatie, indien de mens zich niet bemoeid had met het landschapsevenwicht.
Didactische uitleg:
- In het werkblad dienen de studenten verschillende methodevaardigheden te gebruiken om antwoorden uit te werken. Een belangrijke bekwaamheid is het vergelijken van cijfers. Er dienen conclusies getrokken te worden waarom deze veranderingen zich voordeden. In de laatste opdracht moet men te weten komen welke betekenis en omvang de menselijke invloed heeft gehad op het ecosysteem. De studenten moeten hier kritisch zijn en nadenken en evalueren welke mogelijkheden zich zouden kunnen voordoen.
- Idealiter zullen de studenten inzien dat het onderwerp nauw verbonden is met hun eigen wereld en omgaan met mogelijke toekomstige veranderingen in bepaalde regio's en daarbij er ook over na te denken hoe hun eigen wereld zou kunnen veranderen.
Oplossing bij het werkblad "Verandering in landgebruik wereldwijd"
1. Vergelijk de mondiale spreiding van landdek in 2000 met de potentiële vegetatiespreiding in, bijvoorbeeld, Europa of Noord-Amerika.
Europa: Europa: In Europa zijn grote bosgebieden met gemiddelde breedtegraad-/gematigd klimaat getransformeerd in akkerland. In Scandinavië is het kreupelbos uitgebreid ten koste van het boreaalbos.
Noord-Amerika: In Noord-Amerika hebben akkerlanden grote delen verdrongen van de bosgebieden op gemiddelde/gematigde en noordelijke breedtegraden. Ook breidden de graslanden zich verder uit naar het westen.
2. Leg het verschil uit. Deel de oorzaken en factoren in groepen in: natuurlijke en door de mens gemaakte, rechtstreekse en onrechtstreekse, lange termijn en korte termijn.
- Natuurlijke factoren: klimaat, bodem, water en vegetatie, enz.
- Door de mens gemaakte factoren: landgebruik door de mens, insluiting door de groei van de steden, transformatie van grasland of bossen in landbouwgebieden, enz. human land use, sealing through the growth of the cities, tranformation from grassland or forests into agricultural areas, etc.
- Rechtstreekse factoren: transformatie, verlies en fragmentatie van landdek, wat tot meer erosie leidt (afslijten van bodemmateriaal door, bijvoorbeeld, water), enz.
- Onrechtstreekse factoren: veranderingen in watercirculatie, in de voedselcyclus en in de warmtebalans; veranderingen in de assemblage en/of biodiversiteitsverlies, enz.
- Langetermijnfactoren: verlies en fragmentatie van landdek, veranderingen in de assemblage en/of biodiversiteitsverlies, enz.
- Kortetermijnfactoren: toegenomen erosie, veranderingen in watercirculatie en in de voedselcyclus, enz.
3. Voorspel de toekomstige veranderingen. In welke zones zullen naar jouw mening de grootste veranderingen plaatsvinden? Verantwoord jouw mening!
De grootste veranderingen vinden plaats in de tropen. De bevolking neemt hier het meeste toe. De transformatie van vegetatiedek en de uitbreiding van steden zijn hier ook het grootst.