Suburbanisatie wil zeggen dat de stadsring groeit ten koste van de stadskern. De steden zijn aan het
groeien in hun omstreken, de hedendaagse stad wordt omgeven door steeds grotere residentiële voorsteden
(Bronger 2004,
Pacione 2001,
Renwick, Rubenstein 1995).
"De mensen zijn naar de periferie van de steden gemigreerd om meer huisvesting voor minder geld te vinden.
Totdat dit voordeel geneutraliseerd is, zal uitdijning onze toekomst blijven." (Alex Krieger, Havard University)
Het suburbanisatieproces begon op grote schaal in de jaren '20 en versnelde na de Tweede Wereldoorlog,
vooral in Noord-Amerika. De V.S. is de eerste natie ter wereld met overwegend voorsteden. De expansie van de
voorsteden werd aangedreven door de volgende factoren:
- De voorsteden voldoen zowel aan de kosten voor nieuwe woningen en de daaraan verbonden vervoerskosten betreffende de snelle groei van de stadsbevolking en stijgende beschikbare inkomens.
- Het wijdverbreid voorkomen van de auto verhoogde de individuele mobiliteit.
- Voorsteden bieden de speciale leefomgeving welke de inwoners wensten en konden betalen, om te ontsnappen aan de nauwe en steeds gevaarlijkere binnensteden en in groene ruimten te wonen.
- De enorme vraag naar huisvesting aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in de Verenigde Staten.
- De noodzaak om werk te genereren na de oorlog
- Leenprogramma's moedigden de ontwikkeling aan van eengezins-, vrijstaande woningen in de voorsteden.
- De hypotheek met gegarandeerd vaste rente maakte het in veel gevallen goedkoper om een huis te kopen dan een appartement te huren.
- De doelstellingen werden gepromoot door het openbaar beleid dat de bouw van autowegen goedkeurde boven massatransport
(Lichtenberger 2002,
Mitchell 2007,
Pacione 2001).
Alternatieve interpretaties van het suburbanisatieproces ↓↑
1. Voorsteden als natuurlijke ecologische extensies:
Suburbanisatie als natuurlijk proces van een organische en evolutionaire groei; expansie vindt plaats van binnen uit naar de rand, maar is nog steeds verbonden met de verstedelijkte kern voor banen en diensten.
2. Voorsteden als een middel van escapisme:
Als een middel om te ontsnappen aan de gezondheids-, huisvestings- en milieuproblemen van industriële binnensteden.
3. Voorsteden als macro-economische beleidsinstrumenten:
Voorsteden als Keynesiaanse beleidsinstrumenten van macro-economisch management en reglementering, en om lokale tewerkstellingsversterkers te genereren.
4. Voorsteden als medium voor kapitaalaccumulatie:
Als een middel voor landeigenaars, de financiële sector en de vastgoedsector om het maatschappelijk surplus te vangen, voortkomende uit de winsten van de ontwikkeling van nieuwgebouwde voorstedelijke omgevingen aan de rand.
5. Voorsteden als een middel van sociale engineering:
Als een middel om de armen en de minder bevoorrechte klasse tegen zichzelf te beschermen, en om een traditionele en verondersteld superieure morele orde van vroegere tijden en gemeenschappen te herstellen.
6. Voorsteden als logisch resultaat van rationele factoren:
Als weergave van de rationele beslissingen van firma's en huishoudens die goedkopere locaties en efficiëntere en minder gereglementeerde landschappen zoeken binnen een competitieve stadsomgeving.
7. Voorsteden als kaarten van voorkeuren en keuzes van consumenten:
Die de dominante rol in suburbanisatie benadrukken van voorkeuren van individuele consumenten voor meer ruimte, nieuwe huisvesting, sociale homogeniteit en bepaalde openbare goederen.
8. Voorsteden als socio-politieke strategieën:
Strategieën die bouwen op het manipuleren van de politieke fragmentatie van de metropool, verankerde lokale autonomie en de vraag naar maatschappelijke exclusiviteit.
9. Voorsteden als asielen:
Als defensieve strategieën, gedreven door angst voor anderen, van de binnenstad en door de onzekerheid over eigendomswaarden en belastende veiligheid en exclusie.
10. Voorsteden als landelijke nostalgie:
Als weergave van een wens om terug te keren naar het platteland en plattelandroots, maar zonder ook de bindingen met de stadskern te verbreken
(Pacione 2001).
Zolang de vraag naar afzonderlijke eengezinswoningen hoog blijft, zal land aan de rand van verstedelijkte gebieden omgezet
worden van open ruimte tot residentieel landgebruik, maar dit is niet systematisch gebeurd. "De landelijke-stadsring in
Amerikaanse steden lijkt daarom op een Zwitserse kaas, met ontwikkelingsplekken en gaten open ruimte"
(Renwick, Rubenstein 1995).
In Europa is de landinneming aan stadsranden strikter gereglementeerd en daarom zijn
zulke grote voorstedelijke gebieden niet wijdverspreid.
Andere vormen van stadsprocessen
Contra-urbanisatie, exurbanisatie, herurbanisatie ↓↑
Counterurbanisation, disurbanisation or urban deconcentration describes a process where the agglomeration
is losing population and a net population movement into smaller urban regions and rural areas. Such signs of a population reversal
in rural areas were first identified in the US, similar trends were soon detected in other advanced nations like Canada, Australia,
Western Europe and Britain (Pacione 2001).
Exurbanisation is the extended version of suburbanisation when it reaches its greatest extent. Exurbs
respresent a transition stage between urban and rural life and are dominated by middle-class residents. In the US, exurbs
absorbed 25% of recent national population growth and 60% of recent manufacturing investment. Four principle factors can be
identified:
- a continued deconcentration of employment and the rise of exurban industrialisation
- a latent anti-urban and rural location preference of households
- improved technology that makes exurban living possible, and
- an apparent policy bias favouring exurban development over compact development (primary in the USA)
(Pacione 2001)
Reurbanisation means a population growth or a reduced population decline in the core of metropolitan areas.
This process has not yet emerged as a significant feature in the urban systems. Moreover the process of decentralisation is likely
to continue as a major feature of post-industrial urbanisation
(Pacione 2001).
Quotes:
"De Amerikaanse Droom heeft lange tijd leven, vrijheid en de jacht op ruime eengezinswoningen in de voorsteden beloofd
(met zwembad, zelfs). De droom is verdrongen door al te vertrouwde werelden – plaatsen geplaagd door verkeersopstoppingen,
hoge belastingen en vervuiling: de ironie van stadsuitbreiding ."
(Mitchell 2007)
"Einde? Waarom, er is geen einde in zicht, de manier waarop het gaat. We gaan gewoon verder en verder naar buiten tot we
op een dag allemaal met de ellebogen tegen elkaar staan. Over heel Amerika."
(Mitchell 2007)
Taak: Zal suburbanisatie waarschijnlijk doorgaan? Wat zou deze verspreiding kunnen stoppen?