1. Degradatie van de bodem
De voortschrijding van woestijnvorming monitoren
Om de ontwikkeling en de voortgang van woestijnvorming of erosie in het algemeen te monitoren, zijn historische gegevens vereist. Teledetectiegegevens van satellieten zijn sinds het einde van de jaren 60 verzameld en de archieven vormen een onschatbare bron van informatie betreffende de status van de bodemkwaliteit in het verleden.
Bovenstaand beeld geeft de afname in grootte weer van het Tsjaadmeer in Afrika over een tijdsperiode van 28 jaar. De gestegen vraag naar water, zowel voor irrigatie van landbouwgronden als voor menselijke consumptie heeft zijn tol geëist op de grootte van het grote meer, samen met gestegen temperaturen door de klimaatverandering. Waar eens het meer lag, is er nu begroeiing, zoals te zien is op de bovenste drie valsekleurbeelden. Het onderste beeld is een composiet van LANDSAT-7-beelden, die de verandering in landdek laat zien van water naar begroeiing (in groen) en het gebied dat momenteel door water bedekt wordt (in blauw). Het bovenste linkerdeel van het meer, dat het eerste opdroogde, werd aanvankelijk ingenomen door vegetatie maar uiteindelijk werd deze vegetatie zeldzaam en legde de zanderige bodem eronder bloot.
Deze historische gegevens laten ons toe trends te bespeuren in het verlies van beschikbaar water en via deze informatie kunnen we plannen en dienovereenkomstig handelen.
Vraag:
Het feit dat het meer aan het krimpen is betekent dat er minder water inloopt dan dat eruit loopt.
Kun je identificeren wat dat zijn en waarom ze in de voorbije 30 jaar veranderd zijn?
De valsekleurbeelden links laten het gebied van Mesopotamië in het Midden-Oosten zien en werden genomen door twee LANDSAT-satellieten. Het bovenste werd in 1973 genomen door LANDSAT MSS en het onderste door LANDSAT-7 ETMƻ. De rode kleur geeft de nabij-infrarood reflectantie weer, wat de aanwezigheid van vegetatie suggereert. De donkerrode kleur op het beeld van 1973 geeft wilde begroeiing weer die in het moeras groeit, terwijl de lichtrode kleur op het beeld van 2000 door rivieren bevloeide landbouwgewassen zijn.
De bouw van dammen in de rivieren de Tigris en Eufraat hebben de watertoevoer in de getoonde gebieden verminderd. Als gevolg daarvan zijn de moeraslanden praktisch volledig verdwenen en vele planten- en dierensoorten in het gebied zijn nu met uitsterven bedreigd. Waar eens moeraslanden waren, is er nu enkel droge, kale grond met hier en daar zoutvlakten, waar eens meren en rivieren waren. Het gebied is in een woestijn veranderd en het kleine gebied dat nog steeds met vegetatie bedekt is in de rechter bovenhoek van de beelden wordt nog steeds bedreigd.
Dit is een zeer sprekend voorbeeld van het monitoren van het verlies aan vegetatiedek over een tijdsperiode. Deze buitengewone verandering is opgetreden in een termijn van 30 jaar, maar tekenen van de tendens waren te zien vanaf de jaren 80 en 90. Hogere temperaturen door de klimaatverandering hebben een rol gespeeld in het woestijnvormingsproces, maar de menselijke factor was de katalysator door het ontwrichten van de waterstroming in de twee hoofdrivieren.