Bodemerosie (1/2)
Bodemerosie
Erosie is het proces, waarbij het oppervlak van de aarde wegslijt en materiaal aan de bovenlaag (gewoonlijk losse grond, sedimenten en steen) verplaatst wordt naar een andere locatie. Erosie is ofwel mechanisch en wordt veroorzaakt door weersfenomenen (wind, regen, vorst, warmte) ofwel chemisch, veroorzaakt door menselijke activiteit en de toevoeging van chemicaliën aan de bodem (zure regen, meststoffen, verlies van vegetatie door ontbossing en overbegrazing, enz.).
Zandgrond is vooral kwetsbaar voor de elementen die erosie veroorzaken. De aanwezigheid van grote tussenruimten tussen de gronddeeltjes maakt het de wind of de stroming van oppervlaktewater gemakkelijker om de gronddeeltjes te verplaatsen. Kleigrond is beter bestand tegen erosie, aangezien deze compacter is.
Kale kleigrond is evenwel onderhevig aan regenval en individuele regendruppels raken de bodem aan grote snelheden. Neerslag (regen, sneeuw) infiltreert de ruimten tussen de gronddeeltjes en maakt de grond losser. Tijdens hevige stormen zijn de druppels groter en de kracht waarmee ze tegen de grond komen is voldoende om de gronddeeltjes te breken en te verspreiden.
De tussenruimten die in de kleigrond gecreëerd worden, maken het niet alleen gemakkelijker dat deze weggespoeld wordt, maar vermindert ook het vermogen om water vast te houden. Naarmate de bodem poreuzer wordt (meer ruimten tussen de gronddeeltjes), sijpelt meer water door tot de lagere lagen van het aardoppervlak, en samen met het water gaan de chemische voedingsstoffen ook verloren. Als gevolg daarvan is de bodem minder in staat de begroeiing te onderhouden.
De erosiesnelheid wordt ook beïnvloed door het talud van de bodem. De zwaartekracht heeft een diepgaande uitwerking op de beweging van de gronddeeltjes naarmate het talud toeneemt. Vlak land is minder gevoelig voor erosie, daar het water geen talud heeft om naar toe te stromen en gewoon door de bodem sijpelt. Naarmate het talud groter wordt, dwingt de zwaartekracht het water langs het talud omlaag, dat gronddeeltjes opneemt en meesleurt tijdens het verplaatsen. Zo verplaatst de grond zich naar lagere hoogtes en op de grotere hoogtes wordt het onderliggende gesteente blootgelegd.
Vegetatie beschermt de bodem tegen erosie door te zorgen voor een afscherming tegen de regendruppels. Dit gebeurt zowel door het bladerendak alsook door het afval dat op de bovenste bodemlaag wordt gedeponeerd en de laag organisch materiaal die daar gevormd wordt. Bovendien vergroot het wortelstelsel de compactheid van de bodem, aangezien de haarwortels zich aan de gronddeeltjes hechten. Wanneer de vegetatie verwijderd wordt, is de bodem blootgesteld aan het bovengenoemde erosieproces. Het verlies aan voedingsstoffen en aan haar vermogen om water vast te houden, maakt de bodem minder geschikt om vegetatie te onderhouden, wat leidt tot een vicieuze cirkel en ononderbroken de gevolgen van erosie verergert. Uiteindelijk zal de kleigrond haar oorspronkelijke fysische en chemische karakteristieken verliezen en tot zand omgevormd worden.
Vraag:
Welke van de volgende factoren dragen bij tot bodemerosie?
- Wind
- Regen
- Onweer
- Zonlicht
- Aardbevingen
- Zeegolven