2. Waterbeheer
Water als rijkdom
Water is een van de hoofdbestanddelen van leven. Ongeveer tweederde van het menselijk lichaam is water, afhankelijk van lichaamsgrootte en leeftijd. De meeste organismen in het dieren- en plantenrijk hebben water nodig om de noodzakelijke biochemische reacties uit te voeren om te overleven.
Naast het gebruik van water om te drinken en te wassen, gebruiken de mensen water ook voor irrigatie. Meren, rivieren, zeeën herbergen ook vis, wat nog een voedingsbron voor de mensen is.
Water speelt een bijkomende rol in het milieu. Omdat het grote hoeveelheden warmte kan absorberen voordat de temperatuur ervan stijgt (warmtecapaciteit), regelen de oceanen op aarde de temperatuur van de planeet. Bovendien hebben de oceanen een grote capaciteit om CO2 op te slaan, een feit dat tegenwoordig van levensbelang is met de klimaatverandering en de door het broeikaseffect veroorzaakte mondiale temperatuursstijging.
Alhoewel er veel water op de planeet is, is er eigenlijk zeer weinig beschikbaar voor de mensen. Ongeveer 97% van al het water zit in de oceanen, dat te zout is om te drinken. Van de overige 3% is tweederde in de ijskappen en gletsjers te vinden, of is bevroren, waardoor er slechts 1% overblijft om door ons gebruikt te worden. Water wordt een steeds zeldzamer goed en er gaan nogal wat stemmen op die waarschuwen dat het volgende wereldconflict uitgevochten zou kunnen worden over waterrijkdommen.
Omdat water zo waardevol is, is het erg belangrijk dat we het gebruik ervan correct beheren door de verliezen te minimaliseren, te vermijden dan het vervuild wordt en ervoor te zorgen dat het water in de oneindige waterkringloop blijft.
Waterkringloop
De waterkringloop (ook bekend als hydrologische kringloop) is de reis die het water aflegt van de lucht naar het aardoppervlak en onder de grond, voordat het opnieuw aan de oppervlakte komt en weer in de lucht opstijgt (zie beeld links). Er zijn vijf hoofdprocessen die tijdens de waterkringloop plaatsvinden:
- Beginnende met de wolken komt het water op het oppervlak van de aarde in de vorm van neerslag (regen, sneeuw of ijs/hagel).
- Het water dat het oppervlak van de aarde bereikt, wordt door de grond opgenomen (grondwater) en verplaatst zich naar de ondergrondse lagen van de bodem of zullen aan de oppervlakte stromen en in rivieren bijeenkomen en tenslotte in meren of de oceaan terechtkomen.
- Wanneer de grond verzadigd is met water, zal overtollig water van de helling lopen (run-off), en stromen en rivieren vormen om tenslotte in een meer of de oceaan terecht te komen.
- Water in de bodem zal dan naar de oppervlakte opgetrokken worden door het wortelenstelsel van de vegetatie, zal van water in waterdamp veranderen en door de celmembranen en bladporiën uit de plant ontsnappen (transpiratie). Een andere manier voor het water om in de atmosfeer terug te komen is via verdamping. Hoge temperaturen, sterke winden en een lage atmosferische vochtigheid dragen allemaal bij tot het verdampen van water uit waterlichamen (rivieren, meren, oceanen).
- Tot slot zullen de atmosferische dampen wolken vormen (condensatie) en wanneer een bepaalde dichtheid is bereikt, zal het water als neerslag naar de aarde terugvallen.